Zonnebrillen zijn er in alle soorten, maar er is één eigenschap die echt verschil maakt bij fel licht: polarisatie.
Licht beweegt normaal gesproken alle kanten op: omhoog, omlaag, diagonaal, van links naar rechts. Maar zodra het licht weerkaatst op een vlak oppervlak – denk aan water, nat asfalt of een autoruit, bewegen die lichtgolven vooral horizontaal. Dat noemen we gepolariseerd licht.
Zo’n felle, vlakke schittering is vaak precies wat je hindert als je buiten bent. Een gepolariseerd glas bevat een filter dat die horizontale lichtgolven tegenhoudt. De hinderlijke reflectie verdwijnt, en wat overblijft is een rustiger beeld met meer contrast.
Wanneer merk je het verschil?
Bijvoorbeeld:
- Tijdens autorijden, vooral bij nat wegdek en laagstaande zon
- Op en rond het water – varen, vissen, strand
- In de sneeuw, waar licht fel weerkaatst
- Als je snel last hebt van fel licht of hoofdpijn krijgt van schitteringen
Een gepolariseerde zonnebril zorgt dan voor rust aan je ogen en prettiger zicht.
Wanneer juist niet?
Er zijn ook situaties waarin een gepolariseerd glas minder handig is. Bijvoorbeeld bij het kijken naar bepaalde schermen. Veel telefoons, tablets en navigatieschermen zijn zelf ook gepolariseerd. Als het filter in je zonnebril dan haaks staat op dat van het scherm, zie je (bijna) niks meer.
In moderne auto’s is dat meestal wel opgelost, maar bij oudere schermen of sommige head-up displays kan het lastig zijn. En in de luchtvaart zijn gepolariseerde glazen zelfs verboden, omdat piloten belangrijke instrumenten niet goed zouden kunnen aflezen.

Gepolariseerd biedt vaak meer comfort, maar het hangt af van hoe en waar je je zonnebril gebruikt. Twijfel je? Kom langs en vergelijk ze zelf.